Brabant is koploper, ook in nieuwe natuur
Column Mary Fiers
Niet alleen in Eindhoven en in Tilburg was het feest, vanwege de kampioenschappen van de plaatselijke voetbalclubs, ook in Den Bosch kon de vlag uit. Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte bekend dat in Brabant tussen 2013 en 2022 de meeste nieuwe natuur is gerealiseerd. Een opmerkelijke prestatie want in dezelfde periode nam de totale oppervlakte aan natuurlijk grasland, natuur- en bosgebieden in ons land met bijna 2,5% af, wat gelijk staat aan 1,8 keer de oppervlakte van Eindhoven. Dat contrast roept vragen op naar de onderliggende factoren van dit succes.
Het antwoord op die vragen ligt deels in politieke wil. Na de bezuinigingen van Kabinet Rutte I op natuur in 2010, formuleerde Noord-Brabant een krachtige tegenreactie met ambitieuze natuurdoelen, ondersteund door concrete investeringen: de opbrengst van energie-aandelen werd gebruikt om nieuwe natuur te realiseren.
“Het is makkelijker om koploper te worden dan om het te blijven”
Maar het echte geheim van Brabant ligt bij de mensen. Sinds 2013 is er een kleurrijke gemeenschap van natuurmakers in verschillende tinten groen actief: van natuurorganisaties tot boeren, van gemeenten tot waterschappen en van particulieren tot lokale verenigingen. Die dragen allemaal bij aan de natuurdoelen van de provincie. Een deel van hen vindt u terug in De Natuurmakers, het boek dat we uitbrachten bij gelegenheid van 10 jaar Groen Ontwikkelfonds Brabant.
Brabant laat zien dat succesvolle natuurontwikkeling een combinatie vereist van politieke moed, geld en samenwerking. Net als in het voetbal geldt ook voor natuurontwikkeling dat het vaak makkelijker is om koploper te worden, dan om het te blijven. Als we deze les ter harte nemen, kunnen we nog heel veel bereiken.