De boer bestaat niet
Column Mary Fiers
We zeggen het vaak: de boer. Maar wie daarbij één type boer in gedachten heeft, doet veel agrariërs tekort. Dé boer bestaat niet. Net zomin als dé ambtenaar of dé boswachter.
Er zijn boeren die het bedrijf van hun ouders voortzetten. Vaak met trots, soms met twijfel, maar altijd met hun eigen dromen en zorgen. Deze boeren kennen hun land en hun omgeving door en door. Het is belangrijk dat we oog hebben voor hun wensen en ambities. Staatsbosbeheer verdient een pluim dat zij met de pilot Natuurinclusieve landbouw (NIL) juist deze groep actief betrekt en ondersteunt bij de toekomstplannen van hun bedrijf én het vinden van oplossingen die bijdragen aan natuurherstel, biodiversiteit en waterkwaliteit. Een echte win-win. De resultaten daarvan zijn onlangs samengebracht in het NIL-rapport van Staatsbosbeheer.
Tijdens een bijeenkomst over duurzame pacht, die ik onlangs mocht voorzitten, werd opnieuw duidelijk wat er mogelijk is als pachters en verpachters samen zoeken naar meer partnerschap. Niet langer de boer zien als louter huurder van een perceel, maar als bondgenoot met wie je samenwerkt aan natuur, water en landschap. Het gaat om meer dan contracten: het draait om een gedeelde ambitie, gelijkwaardigheid en vertrouwen. In Brabant wordt hieraan gewerkt door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Brabants Landschap.
Tegelijkertijd mogen we de (potentiële) nieuwe boeren niet vergeten. Toetreders die niet uit een boerengezin komen, maar wel voedsel willen produceren en bewust kiezen voor natuurinclusieve landbouw met vernieuwende ideeën en aanstekelijke energie. Precies daar ontstaan vaak de innovaties.
Voor hen is het cruciaal dat we helpen met kennis, want het combineren van natuur en landbouw is geen eenvoudig pad. Ook toegang tot grond is lastig, want grond kopen / pachten is immers een zeer kapitaalintensieve bezigheid. Als beginnende ondernemer staat de bank niet altijd meteen te springen. Het aanbieden van natuurgrond in erfpacht met eerste recht van koop is één van de manieren waarop wij kunnen helpen. Zo hoeft grond niet meteen afgerekend te worden, en krijgen ook starters de kans om natuurinclusief te ondernemen.
Dé boer of dé boerin bestaan niet. Er zijn wel bestaande, nieuwe, jonge en stoppende boeren en boerinnen. Laten we ophouden met iedereen over één kam te scheren. Want juist in de diversiteit van nieuwe en bestaande boerenbedrijven ligt de kracht om natuur en landbouw echt met elkaar te verbinden.
Mary