Natuurvriendelijk beheer leidt snel tot hogere biodiversiteit
Het natuurvriendelijk inrichten en beheren van landbouwgronden heeft een positief effect op de biodiversiteit.
Tot die conclusie komen drie studenten Toegepaste Biologie van de HAS Hogeschool in Den Bosch. Zij hebben in de afgelopen maanden op twee locaties, in Hilvarenbeek en Son en Breugel, onderzocht of en zo ja in welke mate een natuurinclusieve bedrijfsvoering van invloed is op de ontwikkeling van de biodiversiteit.
Het onderzoek van Wouter Oe, Amy Lauwers en Donny Dolman geldt als een van de weinige studies, waarbij het effect van inrichtingsmaatregelen op de biodiversiteit is onderzocht.
Dat het onderzoek een positief resultaat laat zien is niet verrassend. De snelheid waarmee de biodiversiteit verbetert echter wél. “We hadden vooraf niet kunnen vermoeden dat de biodiversiteit ten opzichte van de nulmeting, twee jaar geleden, al zo sterk verbeterd zou zijn.”
De rapportage van de drie HAS-studenten toont onder meer aan dat het inzaaien van landbouwgronden met een kruidenrijk mengsel leidt tot meer plantensoorten en meer dagvlinders. Daarnaast is er sprake van van toename van het aantal vogelsoorten. De reden daarvan is waarschijnlijk gelegen in het feit dat er meer insecten afkomen op het kruidenmengsel.
Het extensieve beheer van de gronden in Hilvarenbeek en Son en Breugel biedt ook andere plantensoorten de ruimte om zich te ontwikkelen. Bovendien neemt door minder ploegen het aantal regenwormen, belangrijk voedsel voor vogels én een indicator van goede bodemkwaliteit, toe.
Prijsvraag Natuurlijk Ondernemen
Het onderzoek is uitgevoerd op de gronden van Christian Rovers (Son en Breugel) en Jan en Nico van den Broek (Hilvarenbeek). Zij waren in 2017 de winnaars van de door Groen Ontwikkelfonds Brabant uitgeschreven prijsvraag Natuurlijk Ondernemen.
Destijds werd als voorwaarde gesteld dat studenten van HAS Hogeschool regelmatig onderzoek moesten kunnen doen naar de ontwikkeling van de biodiversiteit op de beide locaties, om zo het effect van de door Rovers en Van den Broek uitgevoerde inrichtingsmaatregelen te kunnen vaststellen. In 2018 is de nulmeting uitgevoerd, in de afgelopen maanden de eerste effectmeting.
Witgat en ooievaars
De drie studenten waren verrast door wat ze op de beide locaties aantroffen. De biodiversiteit bleek veel sneller verbeterd dan ze vooraf hadden ingeschat. Donny Dolman: “Ecologisch gezien is twee jaar helemaal niet zoveel. Dat maakt de uitkomsten van ons onderzoek des te positiever.”
Een overtuigend bewijs van hoe de biodiversiteit zich heeft ontwikkeld vonden de studenten in de natuurvriendelijke oevers, waar onder meer ooievaars en de witgat voorkwamen. “Met name de witgat zie je niet veel in weilanden als deze. Het toont aan dat de natuurvriendelijke oevers, die daar zijn aangelegd, een geschikt habitat vormen voor vogels.”
Amy Lauwers vult aan: “Uit onze analyse blijkt dat de biodiversiteit op beide locaties is toegenomen. Wel wisselt het effect van de natuurvriendelijke maatregelen per soortgroep. Die verschillen worden bepaald door de snelheid, waarmee een soortgroep zich kan aanpassen. Zo hebben wij meer regenwormen gevonden dan er tijdens de nulmeting in 2018 zijn geteld. Dat komt waarschijnlijk door het extensievere gebruik van de grond waarbij onder andere geen kunstmest meer wordt gebruikt en minder intensieve bodembewerking plaatsvindt.”
Niet maaien voor 15 juni
De drie studenten doen in hun onderzoek ook concrete aanbevelingen. Een van hun adviezen is om het maaien uit te stellen tot na 15 juli, zodat de weidevogels en de dagvlinders de kans krijgen door te ontwikkelen tot stabiele populaties. Amy Lauwers: “Voor met name weidevogels is dat belangrijk. Als er eerder wordt gemaaid, dan bestaat het gevaar dat nesten worden overreden. Bovendien blijven bij te vroeg maaien de insecten weg. Deze zijn weer belangrijk als voedsel voor de vogels.”
Lees hier de samenvatting van het onderzoek, het eindrapport van het onderzoek in Hilvarenbeek en het eindrapport van het onderzoek in Son en Breugel.
Lees ook het artikel in Nature Today over het onderzoek.