‘Loop door dit bos en je krijgt weer hoop’
- Project: Voedselbos Schijndel
- Locatie: Schijndel
- Initiatiefnemer: Stichting Voedselbosbouw Nederland
- Omvang: 20 ha
- Periode: 2018
- Natuurtype: droog bos met productie (ondernemend natuurnetwerk)
Ineke Barten is ecoloog en woont op vijf minuten lopen van het in 2019 gestarte voedselbos in Schijndel. Ze meldde zich als vrijwilliger voor het beheer van het 1 hectare grote publieksdeel. Alles wat ze daar plukken komt ten goede aan de gemeenschap, zoals dat zo mooi heet. Nu is dat nog niet veel, maar over enkele jaren kunnen de Schijndelaren een substantiële hoeveelheid noten, kersen en nashiperen tegemoetzien. In dit deel, vertelt Barten, leren bezoekers over de werking van permaculturen en de rol die bossen spelen in het vasthouden van regenwater.
De rest van het 20 hectare grote bos is in beheer bij de Stichting Voedselbosbouw Nederland, een club die zich al jaren inzet om het concept van de grond te krijgen. Grote roerganger is Wouter van Eck, ooit betrokken bij het allereerste voedselbos in Groesbeek. In Brabant kregen hij en de stichting de kans om samen met het Groen Ontwikkelfonds Brabant te laten zien dat voedselbossen geen hobbyprojecten zijn, maar een serieus alternatief voor boeren en andere ondernemers die om willen naar een andere bedrijfsvoering. Bij hoge uitzondering gaf het GOB toestemming om de grond voor 20 jaar te pachten – volgens Van Eck cruciaal voor een het welslagen van een project dat pas over tien jaar rendeert.
‘Voedselproductie op basis van de principes van een natuurlijk bos is een weg die we op moeten’
Het land dat de stichting aantrof was van slechte kwaliteit. Er lag een overbemeste maïsakker, waar tot dan toe flink gespoten werd en geploegd. Als in 2019 de met GOBgeld betaalde bomen zijn aangeplant, laat de stichting het gebied opvallend genoeg met rust. Van Eck lacht. ‘Voor velen is dat lastig voor te stellen, maar je moet het bos het werk laten doen. Laat de bomen groeien en het bodemherstel en een opgeschoond watersysteem volgen vanzelf. Ondertussen “vereetbariseert” het bos en voorkomen vogels en vossen rupsen- en muizenplagen.’
Terwijl het oogsten van voedsel nog wel even op zich laat wachten, laat de natuur na vijf jaar al van zich horen. Waar de omliggende maïsvelden doods aandoen, is het bos weelderig, vol gezoem, geruis en geritsel. Nu al zijn bedrijven geïnteresseerd om op termijn producten af te nemen, zoals een lokale cateraar en de winkelketen Dille en Kamille (voor de productie van walnotenolie en duindoornzalf).
Barten en Van Eck laten er geen misverstand over bestaan: in de gebieden rondom de natuurkernen moeten landbouw en natuur samengaan. Ze weigeren te somberen, ook al zien ze hoe die twee tegenover elkaar worden geplaatst. ‘Loop door dit voedselbos’, zegt Van Eck, ‘en je krijgt weer hoop. Het is soms lang droog en heet, maar zelfs dan leeft ons bos.’ Barten knikt: ‘Denk je eens in. In plaats van maaltijden die koolstof uitstoten, zorgen de ingrediënten uit dit bos voor de opslag van koolstof.’
‘Voor velen is dat lastig voor te stellen, maar je moet het bos het werk laten doen’
Het is frustrerend hoe halfslachtig de overheid reageert op dit soort experimenten. Maar Barten en Van Eck putten moed uit de volhardende en geëngageerde jongeren die Schijndel bezoeken. Van Eck ziet het tipping point naderen. ‘Uiteindelijk zijn onze reguliere akkerbouwsystemen op zand onhoudbaar. De aanvoer van organische stof die steeds weer verdwijnt – het is gewoon niet vol te houden.’ Barten: ‘Het is tijd voor een radicale verandering, en voedselproductie op basis van de ecologische principes van een natuurlijk bos is een van de wegen die we op moeten.’