Samen voor de weidevogel in de Lage Vuchtpolder
Aan de noordkant van Breda ligt de Lage Vuchtpolder, een bijzonder stukje nat weidegebied direct tegen de stad aan. Waar ooit plannen lagen om de polder vol te bouwen, is nu dankzij keuzes van de overheid en de inzet van betrokkenen een natte natuurparel ontstaan. Het gebied is voor een deel in eigendom van Staatsbosbeheer, maar ook agrariër Emiel Anssems bezit er percelen. Emiel speelt bij de natuurontwikkeling een sleutelrol, want om in het gebied de weidevogels te ondersteunen, is deskundig beheer nodig.
Nieuwe natuur, nieuwe kansen
Met steun van Groen Ontwikkelfonds Brabant is in de polder grond beschikbaar gekomen voor natuurontwikkeling speciaal gericht op de weidevogel. Voor Anssems is het een bewuste keuze in zijn bedrijfsvoering om landbouw en natuurbeheer te combineren. “We proberen hier echt een mozaïek te maken,” vertelt hij. “Korter gras waar de kuikens doorheen kunnen lopen, langer gras en kruiden voor dekking en insecten. Zo voelen de vogels zich hier thuis.”
Samen werken aan resultaat
Dat lukt niet in z’n eentje. Anssems werkt nauw samen met de weidevogelvereniging in het gebied om nesten te lokaliseren en te beschermen. En met de gemeente Breda, die met plas-drasgebieden extra aantrekkingskracht creëert. Die gezamenlijke aanpak werpt vruchten af: dit voorjaar broedden meerdere koppels grutto’s in de polder, naast kieviten, scholeksters en tureluurs.
Pioniers zoals Emiel
Het verhaal van de Lage Vuchtpolder laat zien dat nieuwe natuurontwikkelaars een onmisbare schakel zijn in de ontwikkeling van het Natuurnetwerk Brabant. Door natuurgrond te kopen of te pachten, keuzes te maken in hun bedrijfsvoering en samen te werken met natuurorganisaties, zorgen zij ervoor dat weidevogels een toekomst hebben in Brabant.
👉 Bekijk de video waarin Emiel Anssems aan Anya van de Ven laat zien hoe zijn manier van natuurbeheer bijdraagt aan de terugkeer van weidevogels in de Lage Vuchtpolder.