Buurtvoedselbos in Berlicum: ‘elk dorp zou er een moeten hebben’
Op initiatief van betrokken inwoners en ondersteund door gemeente Sint-Michielsgestel wordt in Berlicum een buurtvoedselbos aangelegd. Dit voorjaar is gestart met het planten van hagen en het zaaien van bloemen en kruiden, in het najaar gaan de eerste vruchtenbomen de grond in. “Een prachtig bewonersinitiatief, met een bevlogen trekker uit de buurt zelf én met optimale medewerking van de gemeente”, schetst John Vermeer, als adviseur bij het project betrokken, de belangrijkste succesfactoren van het initiatief in Berlicum.
Tijdens een bewonersavond in de wijk Westerbroek werd het idee voor het buurtvoedselbos voor het eerst gedeeld. Albert Zomers, op die avond aanwezig, stelde voor om uit te zoeken of er maatschappelijk, bestuurlijk én financieel draagvlak was om een voedselbos voor het dorp aan te leggen.
“Het verliep daarna heel voorspoedig”, blikt wijkmakelaar Helma Smolders terug. “De gemeente had een perceel van 1,8 hectare beschikbaar op een gunstige locatie, burgemeester en wethouders waren meteen positief en er was geld (klimaatvoucher van Het Groene Woud – red) om Maikel Kauffman een ontwerp te laten maken.” Zeker sinds ook Groen Ontwikkelfonds Brabant het initiatief financieel ondersteunt is de realisatie van buurtvoedselbos D’Ekkers in een stroomversnelling geraakt.
Mentaliteitsverandering
Begin januari kon een enthousiaste groep van vijftien vrijwilligers aan de slag op de voormalige maïsgrond. “We hopen volgend jaar al bessen te kunnen plukken en over een jaar of vier, vijf de eerste vruchten”, zegt Albert Zomers, die bij de start van het project met een lastig dilemma werd geconfronteerd. “Je wilt snel aan de slag. Sommigen wilden daarom het liefst met machines de grond bewerken, omdat dat efficiënter is. Dat past echter niet bij het uitgangspunt van een voedselbos, waarbij je juist met menskracht de grond moet bewerken. Dat vergde een mentaliteitsverandering, ook bij onze vrijwilligers.”
Zelfplukmodel
Op 12 februari is het voedselbos officieus in gebruik genomen. Behalve buurtbewoners waren ook leerlingen van de basisscholen in Berlicum en Middelrode bij de start van het project aanwezig. Niet onlogisch als je bedenkt dat maatschappelijke betrokkenheid én educatie de belangrijkste pijlers vormen van het buurtvoedselbos, zoals dat in Berlicum ontstaat. Uit het projectplan: “We gaan het zelfplukmodel hanteren. Dat wil zeggen dat deelnemers en buurtbewoners zelf het fruit gaan plukken en oogsten. Iedereen is welkom om voor eigen gebruik kleine hoeveelheden mee te nemen. Voor het ontwerp betekent dit dat het voedselbos makkelijk toegankelijk moet zijn en dat de keuze van de planten ook weer niet téuitgebreid mag zijn. Immers, hoe meer soorten, des te lastiger is het door de buurt te onderhouden en te oogsten.”
Wijkmakelaar
Adviseur John Vermeer van Vermeer Duurzame Diensten kijkt met voldoening terug op het project. Hij prijst, net als Albert Zomers, de opstelling van de gemeente en de rol die wijkmakelaar Helma Smolders heeft gespeeld. Vermeer: “Dat de wijkmakelaar weet wie waarvoor benaderd moet worden, maakt het proces veel minder complex.” Albert Zomers: “Ik kwam aanvankelijk veel scepsis tegen over de rol en vooral de betrouwbaarheid van de gemeente. In het geval van Sint-Michielsgestel is dat niet terecht gebleken. We hebben veel medewerking van de gemeente gehad.
Ik denk dat veel andere gemeenten hier een voorbeeld aan kunnen nemen.”
Wijkmakelaar Helma Smolders onderstreept het belang van een betrokken projectleider namens de gemeente, maar, waarschuwt zij, “dan moeten buurtbewoners ook accepteren dat er maar één aanspreekpersoon is. Doe je dat niet en ga je zelf op zoek naar de antwoorden op jouw vragen, dan wordt het onoverzichtelijk en ontstaan er irritaties.”
Een ander aandachtspunt is de organisatie. De initiatiefnemers in Berlicum hadden drie keuzes: als zelfstandige werkgroep verder gaan, een eigen stichting oprichten of aansluiten bij een bestaande organisatie. Uiteindelijk hebben zij voor het laatste gekozen en is het project onder de vleugels van de stichting Landschapsbeheer Aa-dal gekomen. “Dat is tot nu toe een prima keuze gebleken”, zegt Albert Zomers. John Vermeer onderschrijft dat: “Landschapsbeheer Aa-dal had al de organisatiekracht, die nodig is om dit proces goed te kunnen begeleiden. Bovendien is het club van veel doeners, die het leuk vinden om hand- en spandiensten te verlenen.”
Elk dorp eigen voedselbos?
Het voorbeeld van buurtvoedselbos D’Ekkers zou, zo vindt John Vermeer, door meer gemeenten gevolgd kunnen en misschien wel moeten worden. “Elk dorp een eigen voedselbos. Dat zou mooi zijn. Gemeenten hebben over het algemeen veel grond beschikbaar. Het zou prima in het duurzaamheidsstreven van de gemeenten passen als ze een klein deel daarvan teruggeven aan buurtbewoners die daar hun eigen voedsel kunnen verbouwen.”