Een stille revolutie

In mijn columns vraag ik meestal aandacht voor wat ons nog te doen staat, minder voor wat er al is gebeurd. De tijd van zelfgenoegzaam achteroverleunen is nog zeker niet aangebroken. Sterker, we hebben nog wel wat te doen willen wij de provinciale ambitie om over vijf jaar een robuust natuurnetwerk in Brabant te hebben kunnen waarmaken.

Toch wil ik voor één keer stilstaan bij wat er al is bereikt. In de afgelopen jaren heeft zich namelijk een stille revolutie voltrokken, waar we best wel eens wat luidruchtiger over mogen zijn. Een omwenteling in hoe wij in Brabant nieuwe natuur realiseren.

De stille revolutie is bijna negen jaar geleden in gang gezet op het moment dat toenmalig staatssecretaris Henk Bleker besloot fors te bezuinigen op de rijksbudgetten voor de aanleg van nieuwe natuur en alleen nog in ‘kernnatuurgebieden’ (vooral Natura2000) wilde investeren.

In Brabant ontstond destijds een brede coalitie van ZLTO, Brabants Landschap, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, vier waterschappen, Brabantse Milieufederatie, Brabants Particulier Grondbezit én provincie Noord-Brabant. Laatstgenoemde nam het stoere besluit om een deel van de opbrengst van de Essent-aandelen in te zetten, om door te kunnen gaan met waar Bleker mee stopte: het realiseren van het gehele Natuurnetwerk Brabant. Het provinciale deel van het Natuurnetwerk moest worden gerealiseerd met minder geld vanuit de overheid, maar wel met meer bewegingsruimte voor de nieuwe natuurmakers. Hiermee werd ook de basis gelegd voor het Ondernemend Natuurnetwerk (ONNB).

Toen al was de overtuiging dat het niet alleen natuurorganisaties zijn die nieuwe natuur ontwikkelen en beheren, maar dat ook heel veel andere partijen daar een rol in kunnen spelen. Ondernemers bijvoorbeeld, maar ook gemeenten en burgercollectieven.

In 2014 werd ook Groen Ontwikkelfonds Brabant opgericht. Met één duidelijke opdracht: zoek zoveel mogelijk partners die, ondersteund met provinciale en rijksmiddelen (geld en grond), bereid zijn om nieuwe natuur te realiseren en te onderhouden, zodat Brabant in uiterlijk 2027 het Natuurnetwerk gerealiseerd is.
Ik heb het op deze plek al vaker gememoreerd: in Brabant zijn we goed op weg. In de afgelopen negen jaar hebben we veel nieuwe natuurmakers gezocht én gevonden. Agrarische ondernemers bijvoorbeeld die kansen zien om hun dagelijkse bedrijfsvoering rendabel te combineren met de aanleg en het beheer van natuur. Het zijn mooie voorbeelden van Ondernemend Natuurnetwerk Brabant. Keken eerst veel, vooral agrarische, ondernemers wat argwanend naar dit concept, nu het nieuwe en vooral onbekende er af is zien wij steeds meer initiatieven ontstaan. Van voedselbosondernemers tot recreatiebedrijven, zij denken steeds vaker in mogelijkheden in plaats van in belemmeringen.

Ook gemeenten zijn actiever dan ooit met de aanleg van nieuwe natuur, zeker sinds de vijf grootste steden van Brabant in 2016 het aanbod deden om samen meer dan 500 hectare nieuwe natuur te maken.

Dankzij de inspanningen van velen is inmiddels al zo’n 2000 hectare ‘provinciale’ nieuwe natuur in Brabant ontstaan. Daarvan is ruim 500 hectare Ondernemend Natuurnetwerk Brabant. Dat kunnen we met recht een stille revolutie noemen.

Maar zoals zo vaak heeft ook dit succes zijn keerzijde. In de afgelopen jaren zijn er zoveel verzoeken voor nieuwe natuur in het provinciale deel van het Natuurnetwerk Brabant ingediend én gehonoreerd dat het budget begint op te raken. Dit in combinatie met al eerder door het provinciebestuur aangekondigde bezuinigingen leidt ertoe dat het loket waar subsidies voor de aanleg van het provinciale deel van het Natuurnetwerk Brabant konden worden aangevraagd per 1 januari 2023 (vooralsnog) wordt gesloten.

Dat is jammer – en vooral ook enorm balen voor al die mensen die bezig zijn met plannen maken voor de aanleg van nieuwe natuur in het provinciale deel van het Natuurnetwerk Brabant.

Ondanks deze tegenvaller ben en blijf ik optimistisch. Als ik kijk naar alle opgaven en financiële rijksmiddelen die op Brabant af komen dan kan het niet anders dan dat dit ook weer nieuwe kansen biedt voor veel natuurlijke (ondernemende) initiatiefnemers in het provinciale deel van het Natuurnetwerk Brabant.

Tot er meer duidelijkheid komt over het vervolg is het belangrijk te zorgen dat initiatieven, als het effe kan, niet stilvallen. Dus neem contact op met de Werkeenheid Natuurnetwerk Brabant, dan kijken we samen naar wat er, nu en mogelijk later, wéll kan.

Mary Fiers
directeur Groen Ontwikkelfonds Brabant
mfiers@brabant.nl