Kansgericht werken
“Het Brabants buitengebied staat onder druk. De ruimtevraag in het buitengebied is groter dan het platteland aan kan. Dat noopt tot keuzes. Waar ooit woeste gronden waren en de heide welig tierde, is het buitengebied nu een (economische) drager, waar wonen, landbouw, logistiek, recreatie, natuur en innovatief ondernemen vechten om haar plaats. Daarnaast zoeken de gewenste transities op het gebied van energie, landbouw en klimaat hier ruimte.”
Deze passage uit de longread ‘De grond van morgen’ van Brabant Kennis vat in een notendop samen wat misschien wel een van de grootste uitdagingen voor Brabant in de komende jaren wordt: hoe brengen we balans aan in het Brabantse grondgebruik én vinden we tegelijkertijd ruimte voor de energietransitie, de klimaatverandering, de berging van overtollig water én verbetering van de biodiversiteit?
In Brabant is ongeveer de helft van alle gronden eigendom van natuurlijke personen, vaak agrarische ondernemers. De overheden hebben ongeveer 1/3e van alle grond in handen. Willen we voorkomen dat in de toekomst een gevecht om schaarse grond ontstaat, dan is nú samenwerking nodig. En actie.
Brabant Kennis pleit voor het maken van duidelijke keuzes. Slimme keuzes vooral. Zo is het, om de biodiversiteit in Brabant te verbeteren, niet altijd nodig om nieuwe natuur aan te leggen. Je kunt ook de biodiversiteit op het boerenland verhogen, langs perceelgrenzen of door maatregelen te nemen in steden en dorpen. Het is een voorbeeld van wat Brabant Kennis “multifunctioneel ruimtegebruik” noemt. Anders omgaan met de beschikbare grond wordt de sleutel tot verandering is ook mijn overtuiging.
Het is fijn te lezen dat Brabant Kennis Groen Ontwikkelfonds Brabant als “een voorloper” beschouwt. Als een organisatie die ‘anders omgaan met grond’ in de praktijk brengt. Wij hebben inderdaad al veel ervaring opgedaan met ‘Ondernemen met Natuur’. Het Ondernemend Natuurnetwerk Brabant (ONNB) is een vorm van multifunctioneel grondgebruik, waarbij natuur wordt gecombineerd met een andere vorm van grondgebruik. Een voorbeeld is natuur en voedselproductie. We zien steeds meer huidige én nieuwe ondernemers, die het beste van twee werelden willen combineren én daarmee aan de slag gaan. Deze koplopers laten zien dat het kan. Twee dingen hebben ze gemeen: ze hebben een heilig geloof in dat het kan én ze beschikken over een enorm doorzettingsvermogen. Het laatste is ook echt nodig. Succesvol combineren van ondernemen en natuur is namelijk niet eenvoudig, ook omdat onze wet- en regelgeving daar nog niet op is ingericht én omdat er veel scepsis is bij collega-ondernemers en natuurprofessionals. Het is dus vaak tegen de stroom in roeien.
Brabant Kennis somt in haar notitie vijf paden op die kunnen helpen om een nieuwe balans in het grondgebruik te realiseren. Het gaat om vijf algemene aanbevelingen (pagina 39 en 40). Ik wil daar graag drie concretere en praktischere oproepen aan toevoegen:
- kies voor een nieuw concept ‘Ondernemen met Natuur én Water’, naar analogie van ‘Ondernemen met Natuur’;
- maak dit concept ook buiten de grenzen van het Natuurnetwerk Brabant mogelijk, bijvoorbeeld in de zone rondom de Natura-2000-gebieden;
- ondersteun de grondeigenaren, die kansen zien in dit concept, met deskundige, onafhankelijke hulptroepen. Ik noem het ‘hulptroepen’ en nadrukkelijk geen adviseurs; die zijn er al genoeg.
Door grondeigenaren die wíllen beter te ondersteunen kunnen we meters maken. Laten we meer focus leggen op ‘kansgericht werken’ in plaats van op, wat een toverwoord lijkt te zijn geworden, ‘gebiedsgericht werken’.
Er is, zoals Brabant Kennis stelt, inderdaad meer nodig dan enkele individuele goede voorbeelden om tot een fundamentele andere omgang met grond te komen. Er zijn véél meer individuele goede voorbeelden nodig.
Mary Fiers
directeur Groen Ontwikkelfonds Brabant
mfiers@brabant.nl