Belangrijke aanpassingen subsidieregeling
Op 11 maart is de nieuwste versie van Subsidieregeling realisering natuurnetwerk Noord-Brabant gepubliceerd in het Provinciaal Blad.
De regeling is op onderdelen aangepast. De veranderingen zorgen ervoor dat de regeling duidelijker is en in de praktijk nog beter toe te passen.
Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?
- Subsidieplafonds zijn opgehoogd
Het subsidieplafond voor verwerving, functiewijziging en inrichting NNB is verhoogd naar:
€ 50.000.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder a, b en f;
€ 10.000.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder c;
€ 3.500.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder d;
€ 3.000.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder e.
Het subsidieplafond voor kavelruil is verhoogd naar € 1.000.000.
- ‘Verwervingsfinanciering’
Steeds meer aanvragers willen grotere oppervlakten grond aan te kopen, om vervolgens daar Natuurnetwerk Brabant te realiseren.
Om problemen met voorfinanciering voor de aankoop van grond op te lossen biedt de regeling nu de mogelijkheid voor een omvangrijkere ‘verwervingsfinanciering’.
Daar zijn de volgende voorwaarden aan verbonden:
- alleen verwerving en niet functiewijziging;
- minimaal 25 hectare en maximaal 50 hectare per aanvraag;
- bij elke aankoop zorgen we ervoor dat het voorschot, na aanleveren van de concept-koopakte, voor die specifieke aankoop op de rekening van notaris staat, zonder dat daar direct een Kwalitatieve Verplichting (KV) hoeft te worden gevestigd;
- 2 jaar na subsidieverlening
- is de verwervingsopgave afgerond;
- wordt Kwalitatieve Verplichting gevestigd op alle percelen tegelijkertijd;
- wordt het inrichtingsplan aangeleverd en de inrichtingssubsidie aangevraagd
- er zijn 2 nieuwe gebieden (Maashorst en Ossekamp-De Waarden) toegevoegd, waar voortaan een subsidiepercentage geldt van 85% voor verwerving en functiewijziging
- de reguliere aanvragen functiewijziging ecologische verbindingszones (niet zijnde de programma-aanvragen) wordt beschikt op basis van een taxatie op marktwaarde, in plaats van de regionorm
Omdat is gebleken dat bij reguliere EVZ-aanvragen de ligging van de EVZ vaak al duidelijk is, wordt voor de functiewijzigingvoortaan beschikt op basis van een (in opdracht van het GOB uitgevoerde) taxatie;
Voor reguliere EVZ-verwervingen EVZ-programma-aanvragen (meer dan 25 hectare), voor zowel verwerving als functiewijziging, wordt nog wél beschikt op basis van de regioprijs per hectare.
In de vorige regeling werd subsidie voor verwerving én functiewijziging van EVZ’s beschikt op basis van de regioprijs per hectare. Het taxeren bij functiewijziging ná de beschikking, maar vóór de daadwerkelijke inrichting is een onnodig (het perceel is immers al bekend) en onoverzichtelijk proces gebleken. Vandaar deze aanpassing.
- Financiële onderbouwing duurzame instandhouding ONNB
Aanvragers van het Ondernemende natuurnetwerk (ONNB) dienen aan te tonen dat de Ondernemende Natuur financieel duurzaam in stand gehouden kan worden. Er is immers geen natuurbeheersubsidie beschikbaar. Sinds vorig jaar is op de website van Groen Ontwikkelfonds Brabant beschreven welke stukken een aanvrager dient aan te leveren. Deze beschrijving is nu ook opgenomen in de subsidieregeling.
Indien de subsidieaanvrager een besloten vennootschap, naamloze vennootschap of coöperatie is, toont hij aan dat aan het vereiste, bedoeld in het eerste lid, onder e, wordt voldaan door middel van
- een recente door de accountant vastgestelde jaarrekening;
- een organogram waaruit blijkt door welke rechtspersoon de nieuwe activiteit wordt uitgevoerd;
- een cashflowprognose van de rechtspersoon waarin de nieuwe activiteit gaat plaatsvinden.
Indien de subsidieaanvrager een commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma, maatschap, eenmanszaak of privépersoon is, toont hij aan dat aan het vereiste, bedoeld in het eerste lid, onder e, wordt voldaan door middel van:
- een recente jaarrekening;
- een aangifte inkomstenbelasting van de vennoten of de privépersoon;
- een cashflowprognose.
- Beweidingsplan en/of een bemestingsplan
De mate van beweiding, maaien en (niet) bemesten is cruciaal voor goed (ondernemend) natuurbeheer. In het inrichtingsplan dient de aanvrager voortaan duidelijk en concreet aan te geven, middels een beweidingsplan en een bemestingsplan, of een combinatie van beiden, hoe de nagestreefde (ondernemende) natuur in stand gaat houden dan wel gaat ontwikkelen. De kern van deze aanpak wordt overgenomen in de Kwalitatieve Verplichting die wordt gevestigd. Daarmee is deze wijze van beweiding en bemesting ook privaatrechtelijk verankerd.
In het format projectformat is daarom onderstaande toelichting hierop opgenomen:
Een bemestingsplan bevat ten minste de volgende onderdelen:
- Huidige status van bemestingstoestand/voedselrijkdom van het perceel;
- Het natuur- en agrarisch doel van de inrichting, de beoogde bemestingstoestand/voedselrijkdom en de bijbehorende bemesting;
- De hoeveelheid jaarlijkse bemesting;
- Type mest;
- Herkomst van de mest en diersoort;
Een beweidingsplan bevat ten minste de volgende onderdelen:
- Het natuur en agrarisch doel van de inrichting en de bijbehorende beweiding;
- De periode en dichtheid van beweiding;
- Soort vee.
- De subsidieontvanger gebruikt bij de inrichting geen beplantingssoorten die zijn opgenomen in bijlage 7c van de gewijzigde regeling
Om te voorkomen dat er invasieve soorten worden ingezaaid of geplant is er een lijst opgenomen met soorten die verboden zijn.
- De regioprijzen zijn geïndexeerd
De regioprijzen die gebruikt worden voor de subsidieberekening van EVZ’s geïndexeerd. Zie bijlage 5 van de gewijzigde regeling.
- Definitie drijfmest
Drijfmest: mest in de vorm van mineralenconcentraat varkensmest, gier van rundvee, dunne fractie drijfmest, dikke fractie drijfmest en digestaat covergisting runderdrijfmest 50%;
- Prestatieverantwoording kavelruil uitgebreid
Bij de vaststelling van een kavelruilsubsidie dient een activiteitenverslag worden aangeleverd waarin wordt aangetoond:
- op hoeveel hectare de kavelruil betrekking heeft en welke grond het betreft;
- hoeveel hectare en welke uitgeruilde grond is of wordt toegevoegd aan het NNB;